Het geheugen van Voorne-Putten

Onlangs kreeg ik in het Nationaal Archief in Den Haag een rondleiding "achter de schermen". Dat was niet voor het eerst, maar het blijft absoluut indrukwekkend. En als er twijfels zouden zijn over de zorg voor het verleden: die kan ik hierbij wegnemen. In twaalf depots staat het nationaal geheugen veilig opgeslagen. Met 125 kilometer archief, 15 miljoen foto's, 300.000 kaarten en plattegronden, een budget van 40 miljoen en zo'n tweehonderd medewerkers gaat een vergelijking met het Streekarchief natuurlijk al snel mank, maar het werk blijft hetzelfde. Het draait uiteindelijk allemaal om het bewaren en beschikbaar stellen van oude stukken. Juist omdat het werk eigenlijk hetzelfde is spreken de medewerkers dezelfde taal en kunnen zij het snel eens worden. Zo is toegezegd dat binnenkort enkele stukken uit Nationaal Archief zullen worden overgedragen aan het Streekarchief omdat ze daar beter tot hun recht komen. Er is namelijk een duidelijke afbakening van taken: het Nationaal Archief beheert de archieven van de landelijke overheid en van maatschappelijke organisaties of personen die van nationaal belang zijn (geweest). De regionale archieven, zoals het Streekarchief, beheren de archieven van lokale overheden en van organisaties en personen die van lokaal belang zijn (geweest). De logische gedachte daarachter is dat de onderzoeker zijn gegevens zo dicht mogelijk bij huis kan vinden. In tijden van toenemende digitalisering wordt afstand weliswaar steeds minder belangrijk maar opslag kost ook geld en hoe slanker de archiefdienst zich kan maken, hoe beter. Mocht u belangstelling hebben, kom dan zaterdag naar de Open Archievendag van het Streekarchief aan De Rik. Wij willen u graag laten zien hoe wij het lokaal geheugen voor de toekomst bewaren. U bent van harte uitgenodigd!
Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)