Afbeelding
WIE WAT BEWAART...DIE WEET WAT

Fijne dagen en een goed begin!

Actueel 415 keer gelezen

De laatste week van 1718 stond in het teken van het Brielse loodswezen. Het alleenrecht van de stad werd namelijk bedreigd. Schepen moesten op de Maas een loods uit Brielle aan boord nemen. Op nota bene Eerste Kerstdag moest het Brielse stadsbestuur bijeen komen om enkele vissers uit Zwartewaal een boete op te leggen wegens ongeoorloofde loodsdiensten. Op Tweede Kerstdag waren het schippers uit Maassluis en daarbij bleef het niet.

Er lagen inmiddels bijna twintig schepen voor Maassluis te wachten en toen er niet gevraagd werd om een Brielse loods wist het stadsbestuur genoeg. Er werd een loodsboot met sloepen en dertig militairen op uit gestuurd om elk schip dat koers zette naar zee te enteren en de loods van boord te halen. De militairen kregen opdracht om geweld met geweld te keren en indien een schipper 'de stoutheyt' had om een waarschuwingsschot te lossen, niet te aarzelen maar met scherp door de zeilen te schieten. Aldus geschiedde en in twee dagen tijd werden elf illegale loodsen in Brielle opgebracht. Ieder van hen kreeg een boete van 25 gulden opgelegd en een waarschuwing; mocht de boete niet binnen 24 uur betaald zijn, dan werden zij overgebracht van de gijzelkamer in de stadsdoelen aan de Langestraat naar de gijzelkamer boven de waag, een beduidend slechter onderkomen. De meesten betaalden op tijd. Vier hielden hun poot stijf (of hadden niemand die voor hen betalen wilde) en zaten nog een week in het gevang, maar toen betaalden ook zij en konden zij terugkeren naar Maassluis. Na aftrek van onkosten was er een positief saldo van 190 gulden. Dat was voor de armenkas van Brielle een mooi begin van het nieuwe jaar.

Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant