Afbeelding
WIE WAT BEWAART...DIE WEET WAT!

Vreemde dieren

Actueel 558 keer gelezen

In de winter van 1752/53 ontdekten de duinmeier van Oostvoorne en zijn makker een spoor in de sneeuw. Samen volgden zij het en ze waren net op tijd om een vreemd dier in zijn hol te zien verdwijnen.

Zoals dat in die tijd ging staken zij onmiddellijk de loop van een geweer in het hol en schoten het beest dood voor zij wisten wat het was. Na langdurig graven werd het dier blootgelegd. Het had lang haar, korte oren, grote tanden, twee witte strepen over de kop en zwarte vlekken op de wangen. De mannen brachten het naar het stadshuis in Brielle om een premie te ontvangen. Het leverde alom verbazing op: zo'n beest was nooit eerder in de duinen gezien en het werd dan ook ten toon gesteld.

De altijd nieuwsgierige Jan Kluit, die aan de overzijde van de straat woonde, zal er als eerste bij geweest zijn. Hij sloeg zijn boeken erop na en herkende het dier als een varkensdas. Het dier was waarschijnlijk gestoord in zijn winterslaap. Het grootste mysterie was voor Kluit hoe de das op Voorne was gekomen. Volgens zijn boeken immers leefde de das slechts in bergachtige gebieden als Italië en Zwitserland.

Kluit raakte erdoor gefascineerd, las de geleerde Hubner erop na en schreef in zijn jaarboek: "Het allerbijzonderst aan dit dier is, dat het onder de staart drie openingen heeft (…). In dit (derde) gat steken zij dan hunnen bek, die lang en spits is, waardoor zij uit hun eigen lichamen het voedsel ontvangen. Dit duurt bij hun zo lang het vriest of sneeuwt". Kluit baseerde zich hierbij op zijn boeken en nauwgezette inspectie van de das, dat overigens een vrouwtje was...

Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant