Teringbrug
Algemeen 258 keer gelezenAls je in een deltagebied woont, wordt je mobiliteit voor een groot deel bepaald door bruggen. Vroeger ook door veerdiensten, tegenwoordig ook door tunnels, maar een brug, dat blijft voor een Hollander toch de oermanier om een rivier over te steken.
Hollanders beschouwen zichzelf als goede bruggenbouwers, maar het wordt steeds duidelijker dat dit idee voortkomt uit zelfoverschatting. Aan de bouw van de mooiste, langste, spectaculairste bruggen in de wereld kwam geen Hollander te pas. Wij hielden het bij de bouw van degelijke, functionele exemplaren. Helaas beginnen die de laatste jaren hoe langer hoe meer te piepen en te kraken, zodat het imago van degelijkheid verloren is gegaan.
Het bekendste voorbeeld in onze regio is de Botlekbrug. Op de openingsdag in 2015 begon het gepruttel al. Iedereen hoopte dat het een startprobleem zou zijn. Maar het ging maar door. Bij de vijftigste storing kreeg Rijkswaterstaat taart aangeboden, hingen er ballonnen aan de brug en er waren ludieke demonstraties van hoe iets op en ook weer neer zou moeten gaan. Het mocht niet baten. Vorig jaar moest de herdenking van de honderdvijftigste storing worden uitgesteld door corona. Die hebben we dus nog tegoed met als hoogtepunt de opvoering van het lied ‘De Teringbrug’.
Het is leuk om het knarsetanden, vloeken en schelden van getergde bruggebruikers te vergelijken met de ambtelijke taal op de site van Rijkswaterstaat. Na die honderdvijftigste keer gingen de storingen gewoon door, alleen wat minder vaak. Zo klinkt dat in ambtenarenjargon: “De afname van de frequentie waarmee storingen optreden vertaalt zich ook in een afname van de niet-beschikbaarheid van de brug voor het wegverkeer.” Mooi toch? Probeer daar maar eens iets tegenin te brengen.
Als een nieuwe brug al zoveel problemen oplevert, dan houd je als automobilist je hart vast voor de oude exemplaren. De Suurhoffbrug kon het almaar toenemende verkeer niet meer aan en wordt nu gerenoveerd op een experimentele manier. De brug wordt versterkt met staalplaten die met epoxylijm en bouten worden vastgemaakt. Interessant voor alle bruggenbouwende ingenieurs die hieraan te pas komen, maar de leek, de gemiddelde automobilist, slechts voortgedreven door de wens om van oever A naar overzijde B te geraken, krijgt angstvisioenen bij het lezen van dit nieuwtje.
En daar kwam dan vorige week nog het bericht bovenop dat de Haringvlietbrug enigszins uit elkaar dreigt te vallen. Daarom moeten we er de komende tijd voorzichtig overheen rijden. Langzamer en over één rijstrook, zodat hij minder belast wordt. Zo’n maatregel is natuurlijk stukken beter dan de Italiaanse aanpak bij de brug van Genua – kop in het zand en afwachten wat er dan gebeurt – maar voor filehaters voorspelt het weinig goeds. Welke alternatieve routes gaan die zoeken en wat gaan wij hier op Voorne daarvan merken?
Ondertussen staat ook nog de renovatie van de goede, oude Spijkenisserbrug op de rol, want die begint eveneens te storen. Wat moeten we daar nou eens mee? Het college van Nissewaard wil er graag feestverlichting op.