Huurprijzen vrije sector verder gestegen

De vierkantemeterprijs van vrije sector huurwoningen is in het eerste kwartaal van 2022 met gemiddeld 6,7 procent gestegen ten opzichte van een jaar geleden, blijkt uit cijfers van woningplatform Pararius. Gemiddeld betaalden nieuwe huurders € 17,18 per vierkante meter per maand. 

Van alle oplevervormen die Pararius hanteert, steeg de vierkantemeterprijs van gestoffeerde woningen het hardst: nieuwe huurders betaalden € 16,69 per maand, zo’n 9,1 procent meer dan vorig jaar. De duurste oplevervorm, gemeubileerde huurwoningen, steeg gemiddeld naar € 19,82 per vierkante meter per maand (+6,1%). Voor kale woningen betaalden nieuwe huurders € 14,31 per vierkante meter per maand. Dat is gemiddeld 5,4 procent meer ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021.

Grote steden in Nederland
In de vijf grootste steden van Nederland (G5), Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht, stegen de huurprijzen van woningen in de vrije sector. De prijs van opnieuw vrijgekomen vrije sector huurwoningen ging in Amsterdam gemiddeld met 8,6 procent omhoog. Nieuwe huurders betaalden per vierkante meter € 24,29 per maand.

Jasper de Groot, directeur van Pararius, benadrukt dat in de hoofdstad het overgrote deel van huurwoningen die vrij kwamen voor nieuwe huurders gestoffeerd of gemeubileerd wordt verhuurd. “Van alle woningen die in het afgelopen kwartaal op Pararius in Amsterdam werden afgemeld, was 9 procent een kale huurwoning, de rest werd gemeubileerd of gestoffeerd verhuurd. Deze oplevervormen zijn per vierkante meter hoger in prijs.”

Na Amsterdam is Utrecht de duurste G5-stad om een woning te huren. Nieuwe huurders betaalden € 19,55 per vierkante meter per maand (+4,7%). De op één na duurste Nederlandse stad is Utrecht overigens niet: een huurwoning kost in de middelgrote steden Amstelveen (€20,45), Haarlem (€19,93) en Leiden (€19,90) net iets meer. Den Haag en Rotterdam kenden gemiddeld genomen dezelfde huurprijs per vierkante meter in het eerste kwartaal van 2022. Nieuwe huurders betaalden € 17,10 per vierkante meter per maand. In Den Haag gingen de huurprijzen met 4,6 procent omhoog ten opzichte van een jaar geleden, in Rotterdam was de procentuele prijsstijging 7,4 procent. In Eindhoven betaalden nieuwe huurders gemiddeld 11,7 procent meer dan een jaar geleden; € 16,90 per vierkante meter per maand. Daarmee blijft Eindhoven de goedkoopste stad van de G5.

Kabinet te gefocust op sociale huursector
Jasper de Groot, directeur van Pararius, is van mening dat de aanpak van de overheid om de oververhitte woningmarkt te remmen te veel gericht is op het behoud van de sociale huursector. De Groot: “Dit zal ten koste gaan van de vrije sector, terwijl deze sector al veel te klein is en de symptoombestrijdende maatregelen zullen beleggers ervan weerhouden om in deze sector te investeren.”

De huidige situatie in Oekraïne heeft gevolgen voor de Nederlandse woningmarkt. Het bouwen van nieuwe woningen is een van de oplossingen voor deze krappe markt, maar de realisatie van nieuwe woningen is om meerdere redenen momenteel niet vanzelfsprekend. Uit een rapport van ABN Amro over de bouw- en vastgoedsector blijkt dat sterk stijgende bouwkosten als gevolg van de oorlog een rem kunnen zetten op nieuwe woningbouw. De invoerprijzen van ijzer en staal zijn in 2021 al met 70 procent gestegen en verwacht wordt dat de stijgende energieprijzen na de Russische inval in Oekraïne tot nog hogere prijzen zullen leiden. Ook hebben beleggers vrees om in deze situatie in zee te gaan met ontwikkelaars omdat ze bang zijn dat zij in de toekomst niet kunnen leveren waartegen zij nu offreren. Dit vertraagt de bouwproductie.

Daarbij kunnen woningzoekenden - met name mensen met een middeninkomen – nog steeds moeilijk op de koopmarkt terecht. Verwacht wordt dat koopwoningen dit jaar met zo’n 17 procent in prijs zullen stijgen ten opzichte van vorig jaar. De Groot: “Veel mensen die nu op zoek zijn naar een woning, zijn zeer beperkt in hun mogelijkheden. Een koopwoning kopen is lastig, men verdient te veel om aanspraak te maken op een sociale huurwoning en wendt zich derhalve noodgedwongen tot een veel te kleine vrije sector huurmarkt. Kortom: de woningmarkt zit op slot.”