Afbeelding
Foto: Streekarchief
WIE WAT BEWAART....DIE WEET WAT!

Ambachtsonderwijs

Actueel 229 keer gelezen

Tot de vorige eeuw werd het ambacht van timmerman, metselaar, bakker of noem maar op, voornamelijk geleerd in de praktijk. Er was geen ambachtschool en het is dan ook geen wonder dat jongens die in de voetsporen van hun vader traden, een voorsprong hadden op anderen. Van jongs af aan leerden zij het vak immers thuis. Maar ook voor anderen bestond die mogelijkheid. Zoals blijkt uit een contract uit 1632 tussen de opperbrouwer Mathijs Jansz. en Aert Jorisz. dat opgemaakt werd door notaris Francois van Nes. Mathijs zag voor zijn zoon Hendrik waarschijnlijk geen toekomst weggelegd in de brouwerij. In plaats daarvan wilde hij hem laten opleiden tot scheepstimmerman. De beoogde scheepstimmerman Aert Jorisz. had een timmerwerf achter de huidige Nieuwstraat en geen kinderen. Het is goed mogelijk dat hij op deze manier zijn opvolger in het bedrijf wilde inwerken. In het contract werd vastgelegd dat Aert de jongen gedurende drie jaren zou opleiden tot scheepstimmerman. Het eerste jaar zou Hendrik dagelijks acht stuivers verdienen, het tweede jaar tien en het derde jaar vijftien. Daarnaast kreeg hij eenmalig een nieuwe hoed en jaarlijks een paar nieuwe kousen en 'spaans leren schoenen'. Navraag bij het Schoenenmuseum in Waalwijk leert dat dit schoenen waren van soepel geiteleer of gesplit paardenleer, een kostbaar bezit in die tijd en waarschijnlijk bedoeld voor 'net'. Op de werf zal hij oude schoenen hebben afgedragen of klompen die een stootje konden hebben. De opleiding voldeed aan alle verwachtingen: in 1638 trouwde Hendrik, in de jaren 1647-1658 kreeg hij drie kinderen. In 1662 woonde hij in een huis op de Oude Noordmolenwerf, gelegen naast de scheepswerf (het huidige Werfje) en was hij scheepstimmerman, hoogst waarschijnlijk de opvolger van zijn leermeester.

Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvpr.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant