Afbeelding
WIE WAT BEWAART...DIE WEET WAT!

De helper wordt slachtoffer

Actueel 255 keer gelezen

Op maandag 24 oktober 1633 werd de brouwer Cornelis Cleijburch in de Langestraat neergestoken. De dader – Abraham van der Bye – wist te ontkomen. De volgende dag werd vanaf het stadhuis afgelezen dat de dader zich moest melden en niemand hem onderdak mocht verlenen. Geholpen door Gillis Centsz. was Abraham inmiddels ondergedoken in het huis van Dirk Visser, een loods die op dat moment op zee was. Gillis voorzag hem van eten en stelde hem gerust door te zeggen dat het met de gekwetste "wat beter" ging. Toen woensdagavond de loods thuiskwam vertrok Abraham, verkleed in de jas en muts van de loods, via de Waterpoort naar het huisje van Lambrecht Jansz. in Klein Oosterland. Daar wachtte Gillis hem op met een paard waarmee hij hem richting Nieuwenhoorn bracht. De volgende dag overleed Cleijburch en was er sprake van moord. Abraham werd bij verstek voor eeuwig verbannen uit Holland, Zeeland en Westvriesland. Al snel was bekend wie hem had geholpen en al op maandag werden Dirk en Gillis aangehouden. De loods kon aantonen weg te zijn geweest en pas woensdagavond gehoord te hebben van de steekpartij. Maar Gillis had geen excuus. Wat zijn verdere rol was zullen we ook nooit weten, maar hij raakte compleet overstuur en een verhoor was niet mogelijk. De cipier wilde hem misschien nog wel gerust stellen; op donderdagavond at hij nog mee met het gezin van de cipier in diens keuken en leek hij 'opgeruimd'. Maar op vrijdagmorgen werden de baljuw en schepenen opgeroepen; Gillis had zich die nacht met twee 'neusdoucken' verhangen. De baljuw eiste nog dat het lichaam naar het galgenveld zou worden overgebracht, maar de schepenen lieten het hierbij: de weduwe mocht het lichaam begraven.

Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant