Afbeelding
WIE WAT BEWAART...DIE WEET WAT!

Een wacht om niet mee te spotten

Actueel 163 keer gelezen

Eind januari 1772 lag het Britse schip Albany onder kapitein Campbell in de haven van Hellevoetsluis. Het was een kaperschip, uitgerust om tegen de Spanjaarden ingezet te worden. De bemanning – deels gedwongen om dienst te nemen – bestond volgens tijdgenoten uit "niet dan slegt volk van allerhande natie".

Die reputatie maakte zij weldra waar. Zolang het schip in de haven lag was er voor hen niet veel te doen en de beste plek was de kroeg. Op een zaterdagavond keerde een tiental terug van een kroegentocht buiten de wallen en vond de poorten gesloten. Daarop maakten de mannen zoveel stampij dat de schildwacht hen binnen moest laten maar niet voordat er alarm was geslagen en zeven man militaire wacht met tromgeroffel in aankomst was. Dit maakte echter geen indruk en de kapers maakten zich klaar om op de vuist te gaan. Zoals tegenwoordig bij rellen traangas of rubber kogels worden gebruikt werd in de achttiende eeuw gebruik gemaakt van zogeheten 'los vuur', oftewel losse flodders. De wacht stelde zich op, legde aan en opende het vuur. Je zou verwachten dat dit genoeg zou zijn om de meest dronken matroos nuchter te krijgen, maar dat was niet zo. Zij werden nog woester en dreigden de overhand te krijgen tot de officier opdracht gaf om met scherp te schieten.

De matrozen mochten van geluk spreken dat een aantal donderbussen ketsten (niet afgingen), daardoor werd slechts één man zo getroffen "dat hem de darmen uit het lichaam quamen en kort daaraan overleed". De anderen zetten het op een lopen en werden één voor één gegrepen en overgebracht naar de gevangenis in Brielle. Pas maanden later werden zij op last van de stadhouder in vrijheid gesteld.

Aart van der Houwen (aa.vander houwen@streekarchiefvp.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant