Afbeelding
WIE WAT BEWAART...DIE WEET WAT!

Aan de deur wordt niet betaald

Actueel 206 keer gelezen

Het werk van een deurwaarder was in de 18e eeuw overzichtelijk. Namens een schuldeiser ging hij naar een wanbetaler, wees hem op de openstaande rekening, vroeg diens reactie en deed daarvan verslag aan de schuldeiser.

Zo vervoegde de Brielse deurwaarder Jan Wiltschut zich op een zaterdagavond in juli 1745 bij Jan Vroegop, een boer in Nieuwe Tonge. Daar las hij de opdracht voor: er diende ruim twaalf gulden achterstallige koffie- en theebelasting te worden betaald. Hij vroeg wat hierop het antwoord van de boer was. In plaats van het gebruikelijke "ik hoor en zie", dat zoveel betekende als "ik zal erover nadenken", kwam Vroegop met een onverwachte reactie. In zijn verslag schreef de deurwaarder dat Vroegop "zijn eene been heeft opgeligt en een scheet of wind gelaaten" en had gezegd "dit is het relaas dat ik u geef". Wiltschut wees op zijn wapenstok en zei "ziet u wel wat ik in mijn hand heb?" Dat maakte geen indruk en misschien speelde hierbij mee dat Wiltschut slechts 22 jaar oud was. Vroegop zei "nu zal ik u nog een ander relaas geven", ging naar binnen en kwam naar buiten met een karnstok waarmee hij de deurwaarder zo geweldig op het hoofd sloeg dat de schijf ervan afbrak. De deurwaarder deinsde achteruit maar Vroegop bleef op hem inslaan en riep tegen zijn vrouw "Haal een vork". Wiltschut wist onder de armen van de boer door te duiken en met een snee boven zijn oog nam hij de vlucht, achterna gezeten door de boer en anderen, met knuppels in de hand en roepende "sla dood, sla dood". Uiteraard deed de deurwaarder aangifte; het kwam de boer te staan op een schikking van honderd gulden.

Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant