Afbeelding
WIE WAT BEWAART....DIE WEET WAT!

Cornelis de Witt en Chatham (1667)

Actueel 268 keer gelezen

In mijn jeugd verslond ik de boeken van K. Norel. In 'Varen en vechten', zijn trilogie over de marine in de Tweede Wereldoorlog verhaalt Norel over een Engelse marineman die, weliswaar dronken, in huilen uitbarstte toen hij terugdacht aan de 'Raid on Chatham', bijna 300 jaar eerder! Als kind was dat natuurlijk smullen. Midden in de Tweede Engelse Oorlog had Michiel de Ruyter de Engelse vloot opgezocht in de marinebasis Chatham en daar vernietigd. Het blijft ongelooflijk: logge zeilschepen – dus afhankelijk van de wind – die diep de Medway opvaren. In onbekend water en omgeven door vijandelijk vuur. Het had enorm fout kunnen gaan. Het werd een succesverhaal: de Engelse schepen werden tot zinken gebracht, beschadigd of verbrand. Een aantal was door de Engelsen zelf tot zinken gebracht uit angst dat ze zouden worden gekaapt. Dat overkwam het grootste schip, de Royal Charles. Dit werd op sleeptouw genomen en overgebracht naar Hellevoetsluis, destijds de marinebasis van de admiraliteit op de Maze. Daar werd het een heuse toeristische attractie! Voor altijd zal de naam van De Ruyter in verband worden gebracht met dit huzarenstukje. Maar voor tijdgenoten was de rol van Cornelis de Witt niet minder beslissend geweest. De Witt (oudere broer van de raadpensionaris Johan de Witt) was als 'gedeputeerde te velde' meegegaan. Hij vertegenwoordigde de Staten Generaal en daarmee het hoogste gezag. Híj gaf De Ruyter de opdracht naar Chatham te varen. Deze Cornelis is ook een beetje van ons; hij was sinds 1654 Ruwaard van Putten en woonde delen van het jaar in Geervliet. Op zaterdag 21 oktober is het Open Archievendag in het Streekarchief. Daar zal ook aandacht zijn voor de Tocht naar Chatham en onze Cornelis.

Aart van der Houwen (aa.vanderhouwen@streekarchiefvp.nl)

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant